Poffertjespan
Poffertjespan. Een “typisch Nederlandse” verschijning. Gietijzeren plaat met ronde uithollingen van 5-6 cm doorsnede, speciaal voor het bakken van poffertjes. Tegenwoordig zijn er ook exemplaren in gietaluminium en dunnere, met een anti-aanbaklaag. In poffertjeskramen worden vaak grote koperen platen gebruikt.
Poffertjes, vroeger ook wel broedertjes geheten, zijn een soort kleine pannenkoekjes, maar zoeter en dikker omdat ze rijzen. In tegenstelling tot pannenkoeken worden poffertjes tijdens het bereiden omgedraaid als het beslag nog niet helemaal gestold is. Dat vergt ervaring, vaart en kunde, maar als u het eenmaal in de vingers heeft raakt u het niet meer kwijt. Een beetje als leren zwemmen.
Poffertjes worden vaak gezien als een typisch Nederlands gerecht. Toch komen poffertjes oorspronkelijk uit Frankrijk. Rond 1795 onstonden ze in de buurt van Bordeaux, toen monniken daar besloten voor het vervaardigen van hosties over te stappen op boekweitmeel. Het publiek vond de kleine panekoekjes geweldig en het nieuws over deze monnikenkoekjes (broedertjes) bereikte met de Franse revolutie de Nederlanden, waar het recept verfijnd werd. Met andere woorden – iedere keer dat u een poffertje eet, eet u een religieus attribuut. Vandaar misschien die goddelijke smaak?
Franse term: Poêle à poffertjes
Duitse term: Poffertjespfanne
Engelse term: Poffertjes pan
