Het water in de oester maakt deel uit van de lekkernij. Het moet zoveel mogelijk in de oester blijven er zoveel mogelijk inblijven. We maken de oester daarom open met de bollekant naar beneden.

Hou de oester stevig vast en steek met een oestermes aan de achterkant (de smalle kant) van de schelp tussen de twee schelphelpen. In het begin gaat dit moeilijk, maar op een gegeven moment gaat de bovenste schelphelft meegeven. Let er op dat u niet gaat wrikken. Dan breekt de schelp en krijgt u hem niet meer open, of gaat hij schilferen en die harde schelpdeeltjes krijgt u later in uw mond.

Als de bovenste schelphelft mee begint te geven verplaatsen we het mes naar het midden van de schelp. Halverwege de bovenste schelphelft zit de plaats waar de oester bevestigd is aan deze schelphelft.

Snij met het oestermes deze bevestiging zo dicht mogelijk bij de schelp door. Op dit moment laat de bovenste schelphelft los.

Blijf er op letten dat u de oester zo goed mogelijk recht houd om te voorkomen dat teveel water verloren gaat. Verwijder de bovenste schelphelft. In principe bent u nu klaar en kunt u de oester serveren. Goed goed of er kleine schelpresten of onzuiverheden overgebleven zijn en verwijder deze. Serveer de oester zo snel mogelijk.
NB.: Aan de onderkant zit de oester ook vast, aan de onderste schelphelft. Ook deze aanhechting kunt u voor het serveren doorsnijden, om het nuttigen van de oester voor uw tafelgenoten nog eenvoudiger te maken.

Dit recept is een goede suggestie voor uw kerstdiner.

 Iets voor Oudejaar ?