Indonesisch
Indonesische keuken (niet Indische dus, want dat is de keuken van India). Heel divers, en hoe kan het ook anders, in een land dat uit 16000 eilanden bestaat: Sumatra is pedis (scherp), Oost-Java is veel zoeter, en dat is maar een topje van de ijsberg. De keuken heeft veel invloed ondervonden van de kolonisatie en de Chinese immigratie.
Iedere familie maakt haar eigen kruidenmengsels op basis van o.a.: laos, djintan (komijn), djahé (gemberwortel), kentjoer, koenjit (kurkuma, geelwortel), ketoembar (korianderzaden) sereh (citroengras), daun jeroek poeroet (citroenblad). Ketjap, sambal en gefermenteerde garnalen, trassie, zijn belangrijke smaakmakers.